Campagne Onze Kinderen zijn de Toekomst

Verslag bestuurlijke bijeenkomst passend onderwijs/jeugdhulp “waarom moeilijk doen als het ook samen kan” op 16 december 2015 in Roermond

Dit verslag is geschreven vanuit mijn waarneming en notities die ik tijdens de bijeenkomst heb gemaakt . Ik tracht niet oordelend te zijn, wel opmerkzaam.

Er waren diverse afgevaardigden vanuit het onderwijs, vanuit gemeenten, OCW, VWS, VNG, PO-raad. Er waren 2 ouders aanwezig en ondergetekende namens de Campagne Onze Kinderen zijn de Toekomst. . Er werd door de gespreksleider benoemd dat er nauwelijks afgevaardigden vanuit de jeugdzorg aanwezig waren.

Twee concrete casussen van de aanwezige ouders ...

 

De ene  casus ging om een schrijnende situatie omtrent het PGB ( persoonsgebonden budget). Ouders van een gehandicapt kind werden van het kastje naar de muur gestuurd nadat de decentralisatie naar gemeenten was ingevoerd. Hun zoontje kan alleen naar school als er extra begeleiding aanwezig is. Ouders hebben een schuld moeten maken van € 30.000,00 omdat het PGB niet werd uitbetaald. Zij zijn achtervolgd door deurwaarders en hebben uiteindelijk het kind van school moeten halen omdat de kosten nog steeds niet vergoed werden en bleven oplopen. Dit kind dat zo graag naar school gaat, begrijpt gewoon niet waarom hij niet meer mag komen. Het gezin heeft een tijd rond moeten komen met € 150,00 huishoudgeld per maand en heeft moeten vechten voor hun recht, hetgeen geen eenvoudige zaak bleek te zijn. Nu de rechter de ouders in het gelijk heeft gesteld, wordt alles met terugwerkende kracht betaald en kan het kind met PGB weer naar school.
Dankzij een moeder die het gevecht aanging en aankon, waarbij zij terecht opmerkt dat een zware weg als deze niet door iedere ouder te gaan is.

De andere casus ging om een kind met autisme.
De moeder vertelt dat haar kind alleen naar school kan ( aan de schoolplicht kan voldoen) als het zware medicatie krijgt. Haar kind is, mede door de zware medicatie, doodmoe als het thuis is en tot niets meer in staat. Zij vraagt zich af of het beter is om haar dochter minder uren naar school te sturen en minder medicijnen te verstrekken, om meer kwaliteit in haar leven te bewerkstelligen. Ook gaf zij aan dat aan de term thuiszitter zo’n negatief imago kleeft ….alsof deze kinderen hiervoor gekozen hebben. Zij kwam m.i. met een heel mooi idee om deze kinderen niet thuiszitters, maar onderwijszoekers te noemen.

Er kwamen diverse professionele bevlogen commentaren op het indringende verhaal van de moeder van een autistisch kind. Zoals dat voor dit kind de leerplichtregels niet werken en dat we het in situaties als deze mogelijk moeten maken om een andere invulling te geven om de ontwikkeling van dit kind te stimuleren. Het vraagt om buitengewoon vertrouwen en enig bestuurlijk lef. Multidisciplinaire intake is noodzakelijk, maar ook het vroegtijdig onderkennen. Ook kwam het commentaar dat het onderwijs vaak te lang wacht om met Gemeenten in gesprek te gaan. De komst van IKC ( integrale kindcentra )ziet men als een enorme verbetering in deze.
Achter mij zat een man uit het onderwijs. Hij gaf als (stil) commentaar aan zijn buurman, dat dit wel hele extreme gevallen zijn. Waarbij ik me bedacht dat juist extreme gevallen als deze vaker voorkomen dan de meeste burgers denken. Het wordt vaak stil gehouden door ouders…uit schaamte en ook omdat niet alle ouders er raad mee weten. En instanties zullen situaties als deze ook niet gauw aan de grote klok hangen.

Beide moeders zijn in staat om alle feiten goed op een rijtje te zetten en hebben moed om op te komen voor het welzijn van hun kinderen, en zelfs die van anderen. Ouders en kinderen zijn afhankelijk van instellingen en gemeenten… zij vragen oog en oor.
Het komt er dus heel sterk op aan dat er eerlijk in kaart wordt gebracht van wat er speelt, en dat ouders, scholen, jeugdzorg en gemeenten samenwerkend tot oplossingen komen. Maar goed, dat is ook de doelstelling van deze bijeenkomst.
Een beleidsmedewerker geeft aan dat ze merkt hoe belangrijk het is om bepaalde aandachtpunten regelmatig te herhalen, zodat het helder blijft waar het om draait.
Vanuit de ouders wordt er ook nog aangehaald dat zij medische gegevens op moeten sturen, anders worden ze niet geholpen. Zeker als iemand niet BIG geregistreerd is, voelt dit niet oké. Hun privacy komt in het geding. Ze voelen zich met de rug tegen de muur gezet. Verzoek is dat ouders ergens met speerpunten als deze terecht kunnen en op ondersteuning kunnen rekenen.

N.a.v. een opmerking dat het niet zoveel voorkomt dat kinderen niet naar school mogen, breng ik nog kort een casus in waarin een kind ( na een zeer traumatische ervaring door seksueel misbruik - de school aangeeft handelingsonbekwaam te zijn) alleen nog maar naar dagopvang gaat i.p.v. school. En dat dit kind i.p.v. vooruitgang, achteruitgang boekte met deze stap. Mijn gedachten hierover: Als we het welzijn van kinderen voorop willen stellen, mogen we situaties als deze niet bagatelliseren. Ik vraag me af of het niet beter is om taboes te doorbreken en traumatische ervaringen als deze juist binnen schoolverband, met professionele en ervaringsdeskundige ondersteuning, bespreekbaar te maken , i.p.v. isoleren. Zodat kinderen, ouders en leerkrachten van elkaar leren en elkaar kunnen steunen…zich betrokken voelen en elkaar beter maken.

De ouders en een aantal beleidsmedewerkers geven aan dat er nog veel aan het licht moet komen, dat er nog veel in de doofpot gestopt wordt. Dat ouders regelmatig niet voor vol worden aangezien. Het is belangrijk dat kinderen gehoord worden, dat hun mening meetelt. Hiervoor moeten kinderen goed geïnformeerd worden. Zonder onafhankelijke belangenbehartiging lukt het niet altijd om jongeren in staat te stellen hun eigen stem te laten horen.

Een interessante benadering is dat juist de kwetsbare kinderen als eerste aangeven waar iets aan mankeert. Het voorbeeld van de parkiet wordt gegeven…de parkiet die de mijnwerkers meenamen in de mijnschacht. Die was de alarm tegen mijngas. Als het parkietje een beetje van dat gas inademde, viel hij op de bodem van zijn kooi. Dan werd het hoogtijd om de mijnen te verlaten.

Naast mij zit een beleidsmedewerker van speciaal onderwijs, een school waar onze oudste zoon in het laatste jaar van de basisschool is opgevangen. Ik wissel met haar een zeer positieve ervaring uit, omdat de leerkracht die onze zoon begeleidde uitzonderlijk goed werk verrichte. Onze zoon knapte er aanzienlijk van op en haalde leerachterstanden in, die zijn vorige school met klem ontkende. Deze man was ook zeer prettig opbouwend in gesprek met ons, …een leerkracht die het verschil maakt…..na vele moeizame jaren voor onze zoon en ons als ouders een voorbeeld van hoe het wel werkt!

Er worden door partijen ervaringen uitgewisseld in wat wel werkt, en waar men vorderingen maakt binnen diverse gemeenten. Uitgangspunten en inzichten waarmee een ieder zijn voordeel mee kan doen. Met name wordt het netwerken genoemd dat al heel goed gaat, waardoor oplossingen aan de werktafel ontstaan. Het zogenoemde speed daten, elkaar leren kennen, elkaar weten te vinden en vraag gestuurd gaan werken. Ik vraag me later af of hier een verslag van wordt gemaakt. Ik heb er in ieder geval geen gekregen.

In de pauze zijn er een paar mensen die aangeven dat deze bijeenkomsten er te weinig toe leiden dat het beoogde doel in de haarvaten van de samenleving terecht komt. Zij zijn niet al te positief over dit soort bijeenkomsten.
Ook raak ik in gesprek met een beleidsmedewerker die aangeeft dat ze zich zorgen maakt over het geven van medicatie aan kinderen met een label. Ik overhandig haar het boekje Kinderen met een Boodschap en terwijl ik koffie voor haar haal, leest zij het gedicht “Foute aandoening” uit dit boek. Zij is zo verrast over de inhoud ...dit moeten mijn collega’s lezen!

Na de pauze mogen de deelnemers van besturen ( ouders kijken toe) zichzelf een beoordeling geven van waar ze staan. Dat mogen ze letterlijk doen door in een van de drie vakken – 1. Nog een weg te gaan – 2. (midden) Redelijk op de goede weg – 3. Al heel goed op de rit- te gaan staan. Op een enkeling na, vinden ze allemaal dat ze het heel goed doen en stellen zich op in het derde vak. Twee mensen kiezen voor het middenvak. Een man maakt zich duidelijk kwaad over de ontstane situatie en gaat vervolgens demonstratief op vak 1 - nog een weg te gaan staan.

Een aantal genoemde speerpunten op een rijtje:
- Niet goed dat ouders aan het dolen zijn – dan plaats je ouders in de positie dat ze moeten uitzoeken hoe het in elkaar zit.
- Steunpunt voor ouders..waar moet je terecht? Is de toegang helder geregeld?
- Kinderen worden nog teveel in domeinen ( hokjes) verdeeld.
- Zie de kracht die in kinderen zit – eigen stem horen – onafhankelijke belangenbehartiging.
- 1 kind – 1 regisseur – een plan
- Tot in de haarvaten van het onderwijs soort van over view creëren, samenhang.
- Ruimte en rust creëren binnen scholen – gebouwen aanpassen.
- Onderwijs en zorg zo dichtbij thuis mogelijk maken – moet wel verantwoord zijn.
- Nog eilandjes binnen sommige gemeenten. Aan het collectief werken – expertise bij elkaar brengen.
- Als ouders nog worstelen met de overgang van de PGB en geen uitbetaling krijgen, waardoor kind niet de opvang op school krijgt die nodig is....desnoods eerst uitbetalen door gemeente en later uitzoeken.
- Nog en oplossing zou kunnen zijn : geld in 1 pot stoppen.
- Ruimte om te mogen beslissen maatwerk te geven, bijv. kind gaat minder naar school.
- Taal veranderen van negatief imago naar positief imago – voorbeeld: thuiszitter wordt onderwijszoeker.

Ingrid Rouleaux

 

zie voor het programma van deze  Bestuurlijke bijeenkomst passend onderwijs/jeugdhulp http://onzekinderenzijndetoekomst.nl/agenda/item/330-waarom-moeilijk-doen-als-het-ook-samen-kan-bestuurlijke-bijeenkomst-passend-onderwijs-jeugdhulp-16-december-2016-roermond